Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

Archief van de gemeente Texel, 1927-2000

1927 - 2000

Bereik en inhoud Oorspronkelijke inleidingen en bijlagen Geschiedenis van de gemeente Texel 1927-2000 Het grondgebied De gemeente Texel is de noordelijkste gemeente van de provincie Noord-Holland. Het is het grootste en meest zuidwestelijke van de Nederlandse Waddeneilanden en ook sinds 1942 het enige Waddeneiland van de provincie (in 1942 deelde de Duitse bezetter de eilanden Vlieland en Terschelling in bij de provincie Friesland). Bij een gemiddelde lengte van 20 km en een gemiddelde breedte van 8 km is de oppervlakte van de gemeente ongeveer 170 km² land. Tot de gemeente behoort ook het eilandje Noorderhaaks (ook wel bekend als de Razende Bol, formeel het oostelijke puntje van Noorderhaaks) in het Marsdiep en ongeveer 4 km² groot. Tot de gemeente behoort ook een groot gebied aan binnen- en buitenwater, met name bestaand uit een deel van de Waddenzee. Dit gebied is ongeveer 416 km² groot. De Noordzee ligt ten westen, de Waddenzee (te weten de Texelstroom in het zuidoosten en het wantijgebied Vlakte van Kerken in het noordoosten) ten oosten van het eiland. Texel is van Den Helder gescheiden door het Marsdiep en van Vlieland door het Robbengat / Engelschmangat. Oorspronkelijk was het noordelijke gedeelte een apart eiland, Eierland, sinds 1630 via een zanddijk verbonden met Texel. In de negentiende eeuw werden hier diverse polders aangelegd; in 1835 de polder Eierland, in 1846 de polder De Eendracht, in 1847-1848 aan de zuidkant de polder Prins Hendrik en in 1876 de polder Het Noorden, waardoor Texel zijn huidige vorm kreeg. Eind negentiende eeuw groeide de zandplaat Onrust nog aan de zuidpunt van het eiland. Het landschap op Texel is rijk en divers. Texel heeft behalve polders, brede zandstranden, duinen en graslanden ook heide, bos en kwelders. In het zuiden, rond Den Hoorn, bloeien in mei omvangrijke bollenvelden en het Nationaal Park Duinen van Texel beheert hier zandplaat de Hors, evenals vrijwel het gehele duinengebied tussen Den Hoorn en De Koog (De Dennen) De Slufter en De Muy. Ligt aan de westkant het duingebied, in het zuidoosten treffen we een oude kern van keileem, die bij Hoge Berg (15 meter boven NAP, een lage stuwwal uit de een na laatste ijstijd) dicht aan de oppervlakte komt en aan de Waddenzeekant ligt het poldergebied. Kenmerkend element in dit Texelse polderlandschap is de schapenboet, een stal voor schapen, die met hun deur van de wind afstaan voor een optimale beschutting van de dieren. Het eiland voert een voortdurende strijd tegen de kracht van de wind en het water. Zo is de Slufter in 1858 in het noordwesten ontstaan als doorbraak van de duinen. Een aantal kreken staat hier in open verbinding met de Noordzee en vormen een voor Nederland uniek natuurgebied. Ook aan de Waddenzeekant moet men voortdurend waakzaam blijven, wat de stormen van 1953 en 1962 aantoonden. Aan de Waddenzeekant zijn de laatste decennia hoge dijken aangelegd, wat met name tussen Oudeschild en veerhaven ’t Horntje goed te zien is en waar de weg onderlangs de dijk loopt. Een van de belangrijkste episoden uit de geschiedenis van Texel in de periode na 1927 vormt de Tweede Wereldoorlog. Aan het einde van de oorlog was een bataljon Georgische soldaten gelegerd op het eiland. Deze soldaten waren voormalige krijgsgevangenen, die gedwongen in Duitse dienst getreden waren. Tussen 5 april en 20 mei 1945 kwamen zij met de Duitse capitulatie in zicht, in opstand tegen hun Duitse meerderen. Met steun van de bevolking werd deze opstand uitgevochten tot deze uiteindelijk door de bezetter bloedig werd neergeslagen, onder andere door beschietingen van Den Burg met geschut van de kustbatterijen bij De Cocksdorp, Mokbaai, Vlieland en Fort Erfprins te Den Helder. De komst van de Canadezen op Texel op 20 mei 1945 maakte pas een definitief einde aan de opstand, op het laatste slagveld van Europa. In totaal zijn 565 Georgiërs, 120 Texelaars en 800 Duitsers bij deze opstand omgekomen. De Georgiërs zijn begraven op het Russische kerkhof Loladze, 2 km ten zuidoosten van Den Burg op de Hoge Berg. Het kerkhof is genoemd naar de Georgische leider van de opstand, Schalwa Loladze. Er staan geen grafstenen. Voor iedere gestorven Georgiër is een rode roos geplant. Op het gedeelte van de Algemene Begraafplaats in Den Burg waar geallieerde soldaten begraven liggen staat een door de bevolking van de toenmalige Sovjetrepubliek geschonken bronzen sculptuur ter herinnering aan de opstand. Zie inventarisnummer 6770. . De collectie Bartels in het archief van de gemeente bevat veel materiaal over deze opstand Zie de rubriek gedeponeerde archieven, subrubriek 4.07 Collectie Bartels. . Middelen van bestaan Texel kent twee voorname middelen van bestaan: het toerisme en de agrarische sector. De agrarische sector is gevarieerd. Zo zijn er in het zuiden de al genoemde bollenvelden Zie inventarisnummer 6047. maar worden er ook aardappelen, suikerbieten en granen verbouwd. Ter verbetering van de bedrijfsvoering vond eind jaren vijftig een grootscheepse ruilverkaveling op het eiland plaats. Daarnaast worden er vele duizenden schapen en koeien op het eiland gehouden. Er zijn naar berekening ongeveer evenveel schapen als inwoners op het eiland. Texel heeft zelfs een eigen schapenras, de Tesselaar, waarvan het (lams)vlees vooral naar het buitenland geëxporteerd wordt. Het eiland is actief in het beschermen van de ecologische waarden en het gebruik van eilander producten. Zo wordt een deel van het Texelse graan ter plaatse gebruikt door de Texelse Bierbrouwerij. Van de schapenmelk wordt kaas gemaakt en de gemeente is actief betrokken bij de stimulering van het gebruik van Texelse producten. Oudeschild is de thuishaven van een vloot Noordzeekotters en enkele kleinere kotters voor de garnalenvangst op de Waddenzee. De afsluiting van de Zuiderzee door de Afsluitdijk betekende in de jaren ’30 een enorme klap voor de vissers aangezien de haring en ansjovis verdwenen uit De Waddenzee. Veel vissers waren aangewezen op steunverlening en de gemeente bemiddelde in het verkrijgen van steun op grond van de Zuiderzeesteunwet Zie de inventarisnummers 6318-6327 en verder. . In geringere mate waren ook de walvisvangst en schelp- en wiervisserij van belang op Texel, zeker toen kort na de oorlog de Nederlandse overheid de walvisvangst stimuleerde. In de jaren zestig tot tachtig zijn onderzoeken verricht naar de mogelijke aanleg van een kunstmatige verwaterplaats voor mosselen Zie inventarisnummer 6131. alsmede de verwerking van deze schelpdieren Zie inventarisnummer 6134. , en de vestiging van een palingmesterij en palingrokerij Zie inventarisnummer 6135. . De andere belangrijkste bestaansbron vormt het toerisme. De diversiteit aan accommodaties is in de afgelopen 80 jaar enorm gegroeid. Er zijn een groot aantal campings en hotels, met name langs de duinen in De Koog en in het noorden bij De Cocksdorp. Verder zijn er huisjes, appartementen, kamers of caravans te huur op het hele eiland. Aan het eind van de 20e eeuw kwam ook het kamperen bij de boer op. Het toerisme beperkt zich niet tot het Noordzeestrand. In Oudeschild is een jachthaven en het is de thuishaven van een aantal schepen van de “bruine vloot”, historische zeilschepen waarmee, meestal in groepsverband, zeiltochten gehouden kunnen worden op de Waddenzee. Daarnaast bestaat al decennia de mogelijkheid rondvaarten te maken op de Waddenzee met motorschepen, speciaal om robben en zeehonden te kijken, dieren die voorheen als een plaag voor de visserij werden beschouwd. Op het eiland worden vele mogelijkheden tot recreatie aangeboden. De activiteiten variëren van het beoefenen van sporten, wandelen en fietsen, via rondleidingen in de natuur, rondvaarten rond het eiland tot en met kitesurfen en parachutespringen. Het eiland bezit ook meerdere musea, waaronder strand- en juttersmusea, de oudheidkundige kamer in het pand Kogerstraat1 Den Burg, Maritiem Museum in een graanpakhuis en wierschuur in Oudeschild en een agrarisch museum in De Waal. Op het vliegveld in de polder Eierland is het Luchtvaart- en Oorlogsmuseum gevestigd. Als overige middelen van bestaan zijn te noemen: De Marine. De rijksoverheid is op het eiland aanwezig met een kazerne van het korps mariniers, de Joost Dourleinkazerne aan de Mokbaai in het zuiden van het eiland. Hier trainen mariniers al decennia hun vaardigheden in amfibische landingen. Vervolgens is naast veerhaven ’t Horntje sinds 1965 het Koninklijk Nederlands Instituut voor Zeeonderzoek gevestigd, ook wel bekend als NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee). Er werken ongeveer 250 mensen. Nabij De Koog bevindt zich het natuurmuseum Ecomare, tevens bezoekerscentrum van het Nationaal Park Duinen van Texel. Het heeft onder andere een zeehonden- en vogelopvang. Verder zijn bij de veerdienst op Den Helder van de Koninklijke N.V. TESO (Texels Eigen Stoomboot Onderneming) ongeveer 90 mensen werkzaam. Deze maatschappij verzorgde vanaf 1942 tot 1989 ook het busvervoer op het eiland. Vanaf 1989 werd dit uitgevoerd door de NZH die in 1999 in Connexxion opging. In de polder Eierland ligt het vliegveld Texel International Airport. Het is vooral bekend van het parachutespringen. Het werd in 1937 geopend als burgervliegveld en in 1939 als militair vliegveld De Vlijt, gelegen op het land van de voormalige boerderij met die naam. Het heeft niet lang gefunctioneerd als militair vliegveld nadat het in de Tweede Wereldoorlog meerdere malen door bombardementen was vernield. De KLM opende na de oorlog wel voor korte tijd een lijndienst tussen Amsterdam en Texel voor dagjesmensen. Verder werden en worden er rondvluchten gehouden en om de drie jaar een vliegshow. Op het vliegveld bevindt zich een gedenkteken ter herinnering aan de ramp met de Douglas DC-3 van de Dutch Dakota Association op 25 september 1996, die in de Waddenzee stortte na te zijn opgestegen vanaf het vliegveld. Aan de Mokbaai was korte tijd ook een marinevliegkamp gevestigd van waaruit met watervliegtuigen van de Marine Luchtvaart Dienst gevlogen werd. Na de totstandkoming van vliegveld De Kooy ten zuiden van Den Helder is op dit terrein de Joost Dourleinkazerne gevestigd. Onderwijs Het eiland had en heeft meerdere scholen voor kleuter- en lager onderwijs, respectievelijk basisonderwijs, zowel openbare als bijzondere scholen (katholiek, protestants-christelijk en bijzonder neutraal). In Den Burg is sinds de late jaren vijftig een school voor Buitengewoon Lager Onderwijs / Lomschool gevestigd, de Beatrixschool, sinds de jaren negentig ’t Kompas genaamd. Texel is het enige Waddeneiland met een scholengemeenschap voor middelbaar onderwijs. In de jaren vijftig werd een Rijks Hogere Burger School opgericht Zie inventarisnummer 6378. , gevestigd in Den Burg, die later, in de jaren tachtig, verzelfstandigd werd onder de naam Openbare scholengemeenschap De Hoge Berg. Op het eiland bestond al langer een school voor Uitgebreid Lager Onderwijs in Den Burg. Met de invoering van de Mammoetwet Officieel de Wet op het voortgezet onderwijs (daterende van 14 februari 1963) in het onderwijs werd het eind jaren zestig een scholengemeenschap voor Mavo, Havo en Atheneum. Verder waren er nog scholen voor land- en tuinbouwonderwijs, lager technisch onderwijs, lager huishoudonderwijs en een zeevaartschool. Dit onderwijs, tegenwoordig VMBO genoemd wordt ook aan de Hogeberg aangeboden. Andere vormen van onderwijs die op het eiland te vinden zijn of waren zijn een avondschool voor Mavo-Havo, vormingsonderwijs voor gedeeltelijk leerplichtige kinderen, volwasseneducatie en een muziekschool. Lotgevallen van het archief Ordening en toegang Het archief van de gemeente Texel over de periode 1927 tot en met 2000 is gevormd onder verantwoordelijkheid van de gemeentesecretaris. Het registratuurstelsel was de basis hiervoor, waarbij een zaaksgewijze rangschikking de opbouw van de dossiers bepaalde. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft als uitgangspunt hiervoor de decimale classificatie ontwikkeld, die is neergelegd in de Basisarchiefcode Basisarchiefcode, uitgeverij Vereniging voor Nederlandse Gemeenten, Hilversum: zesde druk 1952, wijzigingen en aanvullingen 1971, herdruk 1979 en herziening 1987 (achtste druk). . Een herordening van archiefbestanddelen geordend volgens oudere versies van de Basisarchiefcode heeft in het verleden niet plaatsgevonden, wat betekent dat bepaalde onderwerpen onder meerdere codes waren geklasseerd. Het archiefbestand was toegankelijk via een inventaris over de periode 1927 - 1969 (Inventaris Pijlman uit 1992) en digitale toegangen op de blokken tot 1989 en het blok 1989 – 2000. De digitale toegangen weren bijgehouden door de medewerkers van de afdeling DIV met behulp van het post- en dossierregistratiesysteem. Op het moment dat een dossier afgesloten werd kreeg het een plaats in het semistatisch archief en werd her in deze semistatische fase op nummer geplaatst. Er waren zodoende twee blokken van het secretariearchief, 1927-1980 en 1981-2000. Daarnaast waren er diverse bestanden, die tot het secretariearchief behoorden zoals belastingzaken en kadastergegevens en een groot aantal dozen met gedeponeerd archief en collecties. Ten slotte bevonden zich in de archiefbewaarplaats dozen met archief die tot het archief over de periode 1811 - 1927 behoorden. Bewaarplaats Het archief stond aanvankelijk op de zolder van het oude gemeentehuis in Den Burg. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog is het naar de kelder verplaatst alwaar het wegens de oorlogshandelingen veiliger opgeborgen zou zijn. Na de oorlog bleek dat de kelder vochtig was en er schimmelvorming voorkwam. Het archief is toen weer naar de zolder verplaatst aangezien het daar droger was en men dacht zo de schimmelvorming tot staan te kunnen brengen. Tijdens de bouw van het nieuwe gemeentehuis aan het einde van de jaren zestig was de gemeente tijdelijk in meerdere panden gehuisvest. Het archief is toen tijdelijk geplaatst in een kluis van de Boerenleenbank aan de Groenplaats in Den Burg. Het archief berust sinds de opening van het nieuwe gemeentehuis aan de Groenplaats in 1969 in de archiefbewaarplaats aldaar. Bij de aanvang van het bewerkingsproject zijn de archieven gecontroleerd op mogelijke schimmelvorming en bleek deze nog aanwezig. Pas na het aanpassen van de klimaatregeling en het verwijderen c.q. doden van de schimmel is de inventarisatie van de archieven gestart. Verantwoording van de inventarisatie Opdracht Op grond van de Archiefwet 1995 worden archieven van overheidsorganen na 20 jaar openbaar en dienen daartoe in goede en geordende staat overgebracht te worden naar een archiefbewaarplaats in de zin der wet. De gemeente Texel bezit in het gemeentehuis een archiefbewaarplaats die aan alle eisen voldoet, maar ontbeerde de medewerkers om de inventarisatie te verrichten. De gemeente Texel besloot in 2005 om onder andere de bewerking van de semistatische archieven van de gemeente uit te besteden aan een extern bureau. Op grond van de ontvangen offertes werd besloten om de bewerking te gunnen aan VHIC B.V. te Rijswijk. De gemeenteraad van Texel stemde in februari 2006 in met de bewerking van de archieven en in april 2006 werd de overeenkomst met VHIC gesloten op basis van de offerte van augustus 2005. De opdracht bestond uit selectie, inventarisatie en materiële verzorging van een aantal statische en semistatische archieven van de gemeente, zoals opgenomen in de gemeentelijke archiefbewaarplaats. De opdracht is uitgevoerd door T. Baas, M. van Holten, E. Bloemendal, N. Immeker, S. van der Waal, R. Bovens en T. Muilwijk. De te bewerken archieven zijn grotendeels bewerkt op een locatie buiten het gemeentehuis, te weten het Stadsarchief Dordrecht (nu Erfgoedcentrum DIEP). Niet het gehele archief is naar Dordrecht verplaatst. VHIC heeft eerst ter plaatse een eerste voorselectie gemaakt van te bewaren en te vernietigen dossiers. Na goedkeuring van deze eerste, te vernietigen serie is het overblijvende archief naar Dordrecht getransporteerd. Als gevolg van de geconstateerde schimmelvorming in het archief heeft de bewerking vertraging opgelopen en is pas in het voorjaar van 2008 begonnen met de eerste selectie op Texel en – na ontvangst van de definitieve schoonverklaring van de archieven in augustus 2008 - kon in december 2008 in Dordrecht begonnen worden met de inventarisatie, die eind 2009 afgerond kon worden. Naast de inventarisatiewerkzaamheden is in het kader van de opdracht ook het statische archief, lopende vanaf de Middeleeuwen tot en met 1927, verpakt in zuurvrije verpakkingsmiddelen. Caesuur en omvang De inventarisatie loopt in principe over de periode 1 januari 1927 tot 1 januari 2001. De caesuur is bepaald door de invoering van de zaaksgewijze ordening conform het registratuurstelsel van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in 1927 en anderzijds de afsluiting van het tienjarenblok 1999 – 2000. Het afsluitende jaartal 2000 heeft dus geen verdere basis in een reorganisatie of andere wijze van ordenen. De datum van besluitvorming in de zaken waarover de dossiers handelen was hierbij leidend voor het wel of niet bewerken: werd het besluit genomen door het gemeentebestuur in de periode 1927-2000 dan werd het dossier gerekend tot dit archief te behoren. Enkele dossiers bevatten stukken van voor of na deze periode. Deze stukken zijn voor de volledigheid van de zaak bij het dossier gehouden. Dossiers waarvan de besluitvorming voor of na de periode 1927-2000 lag zijn naar de betreffende archiefdelen overgebracht. De omvang van het te bewerken archief bedroeg 270 strekkende meter, inclusief de archieven van gemeentelijke diensten en bedrijven, die in deze inventarisatie meegenomen zijn. De archieven van de ambtenaar Burgerlijke Stand, alsmede de verzameling bouwvergunningen zijn niet in de inventarisatie opgenomen. Dossiers betreffende bouwvergunningen die zich nog in het secretariearchief bevonden, zijn toegevoegd aan het bouwvergunningenbestand. Ook is in 2008 een gedeelte van 30 meter archief afkomstig uit het dynamisch archief over de periode tot 2001 geïnventariseerd. Gedurende de bewerking zijn er wel gaten in de archiefvorming geconstateerd. Zo ontbreken de begrotingen van voor 1946, de begrotingswijzigingen van voor 1953, de rekeningen van inkomsten en uitgaven van voor 1940 en voor de jaren 1983-1991, maar ook de personeelsdossiers van de burgemeesters uit de jaren tot 1968. Oorlogshandelingen (zo is ook een deel van het Weeskamerarchief verloren gegaan ten tijde van de opstand van Georgische soldaten aan het einde van de Tweede wereldoorlog), schimmelvorming of verhuizingen kunnen de oorzaak ervan zijn dat deze stukken ontbreken. Er is echter geen zekerheid meer hierover te krijgen. Een aantekening van archiefmedewerker E.J. Pijlman op een te vernietigen wegonderhouddossier doet vermoeden dat de bestekken van de Dienst Gemeentewerken incompleet zijn. Letterlijk schreef hij: rekening houden dat het archief van Gemeentewerken grotendeels weg is en bestekken weggegooid zijn . Vernietiging Tijdens de werkzaamheden is geselecteerd op vernietiging. De Archiefwet 1995 en het Archiefbesluit 1995 zijn hiervoor een wettelijk kader. Selectie en vernietiging van archiefbescheiden is een plicht op grond van deze wetgeving. Selectie voor vernietiging is verricht door per dossier op tabniveau of per aspect van elke afzonderlijke zaak te beoordelen. De voor vernietiging in aanmerking komende stukken zijn geplaatst op lijsten met een jaartermijn die op basis van de gemeentelijke vernietigingslijst uit 1983 en de gemeentelijke selectielijst van 2005 Lijst houdende de opgaaf van voor vernietiging in aanmerking komende stukken in de gemeentearchieven dagtekende na 1850, vastgesteld bij beschikking van de Ministers van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur d.d. 24 augustus 1983 en van Binnenlandse Zaken d.d. 7 november 1983. En de Selectielijst voor archiefbescheiden van gemeentelijke en intergemeentelijke organen opgemaakt of ontvangen vanaf 1 januari 1996, vastgesteld 20 december 2005 zijn opgesteld. Deze lijsten zijn beoordeeld door de gemeente en de Provinciale Archiefinspectie van Noord-Holland in de persoon van de heer drs. C.E. Schabbing, adjunct provinciaal archiefinspecteur. De heer Schabbing heeft vanuit de archiefinspectie als toezichthouder op de archiefzorg (op grond van artikel 19 van de Archiefverordening provincie Noord-Holland) de bewerking van de archieven beoordeeld. Na akkoordverklaring werd tot vernietiging van de bescheiden overgegaan door de via het Stadsarchief Dordrecht ingeschakelde firma Peuten B.V. uit Dordrecht. De op Texel achtergebleven te vernietigen archiefstukken zijn op de bij de gemeente Texel gebruikelijke wijze vernietigd. Er is uiteindelijk 148,5 strekkende meter door VHIC B.V. voor vernietiging geselecteerd. De omvang van het te bewaren secretariearchief, plus de gedeponeerde archieven en collecties bedraagt 121,5 meter. Bewerking De bewerking is uitgevoerd met in achtneming van de door het landelijk overleg van provinciale archiefinspecteurs (LOPAI) gepubliceerde “Normen goede en geordende staat” en “Criteria bewerking codearchieven”. De beschrijvingen zijn door VHIC B.V. eerst gemaakt in Excel en later overgezet naar Word. Tijdens de bewerking was er regelmatig inhoudelijk overleg met de gemeente Texel als opdrachtgever en de heer Schabbing. Van de oudste stukken uit het semistatisch archief (betreffende de periode (1921) 1927-1969) was al door de heer E.J. Pijlman, hoofd Post- en Archiefzaken van de gemeente Texel, in 1979 een inventaris gemaakt in het kader van zijn opleiding Voortgezette Vorming Archiefbeheer Zie inventarisnummer 512. . Van het statische archief van voor 1927 was door de heer dr. A.J. Kölker, toenmalig provinciaal archiefinspecteur van Noord-Holland, al in 1972 een inventaris opgesteld. Daarnaast bestonden er digitale toegangen op het secretariearchief betreffende de periode tot en met 1988 en vanaf 1988. Uit deze digitale toegangen zijn lijsten gemaakt per onderdeel van de Basisarchiefcode. Aan de hand van deze lijsten zijn de dossiers op onderwerp gelicht (in de loop der tijd was de Basisarchiefcode sterk gewijzigd) en op volgorde van onderwerp gelegd teneinde efficiënt te kunnen beschrijven. Gedurende de bewerking is ervoor gekozen de al bestaande inventaris van de heer Pijlman samen te voegen met de dossiers uit de archiefgedeelten 1970-1989 en 1990-2000. Daar is voor gekozen omdat anders het verband tussen de dossiers verbroken werd en de inventaris van de heer Pijlman niet alle dossiers over de periode 1927-1969 bleek te bevatten. Tevens bevatte deze inventaris nog veel vernietigbaar materiaal te bevatten. Voor een duidelijk en compleet overzicht is gekozen voor één inventaris over de periode 1927-2000. Tijdens de bewerking zijn de oude nummers uit de inventaris van de heer Pijlman gekoppeld aan de nieuwe nummers, zodat het mogelijk is een concordans te maken. De archieven die buiten de caesuur vielen zijn overgebracht naar de betreffende archiefdelen, te weten het archiefgedeelte zoals beschreven door de heer dr. A.J. Kölker en het semistatisch archief van de gemeente vanaf 2001. Het gebruikte archiefschema is in het verleden door VHIC B.V. ontwikkeld voor de inventarisatie van gemeentearchieven, die geordend zijn volgens de Basisarchiefcode. Dit schema is waar nodig aangevuld met de in dit archief voorkomende onderwerpen (onder andere het vliegveld, strandvonderij en strandexploitatie). Binnen de rubrieken is voor een chronologische ordening van de stukken gekozen tenzij een logische ordening de voorkeur kreeg. De materiële toestand van het archief is redelijk tot goed te noemen. Alle archiefbescheiden zijn ontdaan van plastic en metaal en verplakt in zuurvrije omslagen en dozen. Deze materialen voldoen aan de eisen van de Regeling duurzaamheid archiefbescheiden. Tegelijkertijd met de materiële verzorging van dit archief is ook het archief tot 1927 materieel verzorgd. Speciale aandacht werd daarbij gegeven aan de charters, die door de restaurator van het Stadsarchief Dordrecht zijn gevlakt. Openbaarheid van het archief Hoewel de archiefverordening van de gemeente Texel Zie inventarisnummer 510. een beperking van de openbaarheid mogelijk maakt zijn er geen stukken aangetroffen die al een beperkte openbaarheid kenden en evenmin zijn er gedurende de inventarisatie stukken in het archief aangetroffen die alsnog een beperking op de openbaarheid verdienen. Ook de bescheiden uit de periode 1990-2000, die op grond van de Archiefwet nog niet openbaar hoeven te worden gemaakt, zijn niet voorzien van een beperkte openbaarheid en dus voor alle bezoekers in te zien. Aanwijzingen voor de gebruiker 1 Er ontbreken een aantal stukken uit series zoals begrotingen, of persoonsdossiers van burgemeesters. Het gaat met name om de vroegste stukken uit de hier beschreven periode. Er is geen verklaring gevonden voor het ontbreken hiervan. 2 Het onderdeel gemeentewerken van diensten en bedrijven, rubriek 1.06.1, bevat veel stukken die elders niet aanwezig zijn, bijvoorbeeld bij de rubriek verkeer en vervoer, rubriek 3.11. Dit gaat ook op voor andere rubrieken, Houdt U daar dus rekening mee. 3 Om de inventaris leesbaar te houden zijn er drie bijlagen. Deze bijlagen bevatten de subbeschrijvingen van drie grote verzamelbeschrijvingen. 4 Deze inventaris bevat ook stukken van voor 1927, met name bij de diensten en bedrijven. 5 Deze inventaris volgt de oude ordening van het archief, in casu de Basisarchiefcode van de Vereniging Nederlandse Gemeenten. Voor een beter begrip zijn vervallen rubrieken niet opgenomen en zijn de rubrieken vervolgens opnieuw genummerd. 6 Tenzij anders aangegeven is de standaard uiterlijke vorm 1 omslag. In enkele gevallen is bij subbeschrijvingen van verzamelbeschrijvingen wel aangegeven of iets een omslag is. 7 Bij verzamelbeschrijvingen waarvan de deelbeschrijvingen allemaal dezelfde uiterlijke vorm hebben is dit weggelaten. December 2009, VHIC B.V.

Collectie
  • Archieven Alkmaar
Type
  • Archief
Identificatienummer van Regionaal Archief Alkmaar
  • 30fc4e5c5a88399cadb6065aec1fdee7
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
Tweewekelijks geven we je een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
Ministerie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards