Ga direct naar: Hoofdnavigatie
Ga direct naar: Inhoud
Alle bronnen

Archief van de gemeente Bergen, 1922-1969

1922 - 1969

Bereik en inhoud Oorspronkelijke inleidingen en bijlagen Geschiedkundige beschrijving van de gemeente Tot de gemeente Bergen behoren de dorpen Bergen-Binnen en Bergen aan Zee. Bergen is reeds lang een familiebadplaats en vakantie-oord. Al in 1907 werd ten behoeve van de toeristen een VVV opgericht. Het toerisme was en is dan ook een belangrijke bron van inkomsten. Hoewel Bergen dit karakter nog steeds draagt, heeft de modernisering in de loop der tijd er wel het een en ander veranderd. Zo rijdt bijvoorbeeld de stroomtram Bello er niet meer, maar gaan de recreanten met eigen vervoer of met de bus naar het Noordzeestrand. Bergen is een mondaine badplaats geworden met talloze terrassen, restaurants, hotels en een goede plaatselijke middenstand. De woningbouw is genormeerd naar de huidige vraag en eisen. In het jaar 1922 telde het aantal inwoners 4.478. Dit aantal is in de loop der jaren gestegen tot 13.060 inwoners in 1970. Ook het takenpakket van de gemeentelijke overheid is in de loop der jaren veranderd. De zogenaamde nachtwakerstaat, waarbij de overheid slechts toezicht hield op de openbare orde, is gewijzigd in een verzorgingsstaat met een reeks aan taken op sociale gebieden, zoals huisvesting, onderwijs, sociale verzekering, gezondheidszorg e.d. Met name na de Tweede Wereldoorlog heeft de gemeentelijke overheid door een decentralisatie van taken door de rijksoverheid er de nodige disciplines bij gekregen. Het aantal ambtenaren is op grond hiervan van 10 in 1922 gestegen tot 30 in 1969. Organisatorisch is de gemeentelijke organisatie in het tijdvak 1920-1970 nagenoeg gelijk gebleven, echter door de toename van de gemeentelijke taken versus het aantal ambtenaren onderstonden de diverse afdelingen op de secretarie. Ook bestuurlijk gezien is een aanpassing waar te nemen: in 1922 bestond de gemeenteraad nog uit 7 raadsleden, terwijl in 1969 deze raad reeds 17 raadsleden telde. De omvang van taken voor de gemeente heeft zijn neerslag gekregen in de grootte van het archief. In de crisisjaren heeft de gemeente gezorgd voor werkgelegenheidsprojecten om de werkloosheid zoveel mogelijk te bestrijden. In het jaarverslag van 1922 wordt vermeld: "De toestand der behoeftige klasse is er in vergelijking met voorgaande jaren minder bevredigend aan toe. De uitgaven van het Armenwezen zijn in vergelijking met voorgaande jaren gestegen". De werkzaamheden verbonden aan de steunverlening aan werklozen en werkverschaffing legden een grote druk op het gemeentelijk apparaat. De zorg voor de volksgezondheid van de bevolking was in 1969 beduidend beter dan in 1922. Het drinkwater bestond in 1929 bijvoorbeeld hoofdzakelijk uit leidingwater, doch in de jaarverslagen wordt de smaak en de drinkbaarheid van pomp-, put-, wel-, vaart- en slootwater wel degelijk vermeld. In de loop der jaren, met name in de jaren '50 en ‘60, werd het leidingwaternet sterk uitgebreid. Door de invoering van de vaccinatie werden besmettelijke ziekten sterk terug gedrongen. In de jaren '20 en '30 is de aansluiting van woningen op de riolering in de gemeente grotendeels gerealiseerd. De openbare orde werd in 1922 gehandhaafd door de nachtwacht en twee veldwachters. Daarnaast functioneerde nog een particuliere veiligheidsdienst. Bij bijzondere aangelegenheden verleende de rijkspolitie assistentie. In verband met de hoge kosten en door regelingen van Rijkswege is de gemeentepolitie in de jaren '60 vervangen door rijkspolitie. De periode van de 2e wereldoorlog heeft op Bergen een zware stempel gedrukt. Het vliegveld is in de vroege morgen van 10 mei 1940 gebombardeerd. Voorts is in het begin van de oorlog een deel van de bevolking uit de gemeente Amersfoort geëvacueerd en in Bergen ondergebracht. Na afloop van de oorlog heeft de bevolking van Amersfoort als dankzegging aan Bergen de bank rond de "Dikke Boom" (bij de Ruinekerk) geschonken. In het kader van de oprichting van de "Atlantische Wal" is het dorp Bergen aan Zee gedeeltelijk afgebroken. Dit achtte de Duitse bezetter nodig ter beveiliging van de kust tegen een mogelijke invasie van de geallieerden. Het grootste deel van de bevolking van Bergen heeft de gemeente moeten verlaten. Krachtens een verordening van de Rijkscommissaris voor het bezette Nederland bleven de werkzaamheden van de gemeenteraad en het college van burgemeester en wethouders rusten. Hun taak werd door de burgemeester waargenomen. Ook de werkzaamheden van de gemeentelijke commissies bleven rusten, voor zover de burgemeeester zulks bepaalde. De burgemeester benoemde twee wethouders om hem bij het besturen van de gemeente te vertegenwoordigen. De wethouders hadden een adviserende taak. Na de oorlog heeft de gemeente de taak gehad het oorlogspuin op te ruimen en de schade te herstellen. Het Rijk heeft in de wederopbouw financiëel bij gedragen. Een tastbare herinnering aan de oorlog is de militaire begraafplaats aan de Kerkedijk, welke onderhouden wordt door de Stichting Oorlogsgraven 1940-1945. Ook het carillon in de Ruinekerk heeft haar achtergrond, gericht op de oorlog. In 1970 heeft de bevolking met financiele steun van de gemeente het benodigde bedrag bijeen gebracht om het carillon in de kerk in ere te herstellen. Op 5 mei van dat jaar is het carillon aan de gemeente overgedragen. Op de klokken van het carillon staan de namen vermeld van de 218 gesneuvelde geallieerde militairen. Eén specifieke klok is opgedragen aan de 34 onbekende gesneuvelden. Op de grote luidklok staat: "Ik luid voor hen die voor onze vrijheid vielen en in Bergen rusten". Het vele onderzoek dat reeds over deze periode heeft plaats gevonden, is reden geweest speciaal aan de oorlog in deze inventaris een apart hoofdstuk te weiden. In de naoorlogse periode van opbouw kwam de woningbouw in samenwerking met de woningbouwvereniging Roomsche Actie c.q. Algemeen Belang goed op gang. Uitbreidingsplannen c.q. bestemmingsplannen kwamen tot ontwikkeling en gemeenschapsvoorzieningen werden gerealiseerd. Het openbaar vervoer bestond uit de stoomtram "Bello" plus een aantal busdiensten tussen Bergen, Schoorl en Alkmaar. De stoomtram heeft tot het jaar 1955 dienst gedaan. In oktober van dat jaar is de locomotief door de Nederlandse Spoorwegen aan de gemeente geschonken. Tot 1978 heeft "Bello" op het Plein geprijkt als monument. Vanwege de snelle achteruitgang in de technische onderhoudsstaat is de locomotief door de gemeente geschonken aan de Stichting tot Behoud van Stoomtrammaterieel, die de machine vervolgens opknapte. De locomotief rijdt nu jaarlijks op het traject Hoorn-Medemblik ten behoeve van het toerisme. Zoals reeds in het begin is gemeld, is Bergen een dorp met een sterk recreatief karakter. Ter bescherming van dit karakter heeft de gemeenteraad bij raadsbesluit van 18 augustus 1933 tot wijziging van de algemene politieverordening het algemene kampeerverbod uit de 19e eeuw te handhaven. Dit verbod is nog steeds van kracht. Menig schoolgaand kind uit het begin van deze eeuw in Noord-Kennemerland en West-Friesland zal Bergen aan zee kennen als eindbestemming van het schoolreisje. Het zogenaamde "Bio Vakantie Oord" in Bergen aan zee is bovendien een begrip onder de bioscoopgangers (in de bioscoop werd vaak geld ingezameld om kinderen met bepaalde gezondheidsproblemen de mogelijkheid te bieden aldaar in de gezonde zee-omgeving de vakantie door te brengen). Nadat de paardenrenbaan als zodanig rond de eeuwwisseling werd opgeheven, ontplooide de V.V.V. diverse activiteiten om toch toeristen en andere recreanten naar de gemeente te trekken. Zo werd er o.a. diverse jaren een bloemencorso en een harddraverij georganiseerd. Een activiteit die we momenteel in Bergen nog steeds kennen, is de zogenaamde verlichtingsavond. Deze avond werd het eerste op 25 juli 1928 gehouden. Bergen wordt gekenmerkt als het kunstenaarsdorp. Vele kunstenaars hebben er gewoond en gewerkt. In de loop der jaren is hun aantal steeds groter geworden. Bekende namen zijn bijvoorbeeld: J.M. Graadt van Roggen, Tjipke Visser, Filarski, Leo Gestel, Van Blaaderen, Matthieu Wiegman, Boendermaker, Colnot, Ans Wortel, Antonie van Kampen, Roland Holst, Lucebert, Heleen Lambers, Neeltje Maria Min enz. Met name de naoorlogse periode kende een toename van kunstenaars die in Bergen gingen wonen. Al jaren verzorgen het Kunstenaarscentrum Bergen (K.C.B. ) en de gemeente exposities van beeldende kunst. Deze betrokkenheid naar kunst is dan ook bepalend voor het hele karakter van de gemeente ten aanzien van de woningbouw, detailhandel, toerisme e.d.. De zogenaamde "Bergense School" is binnen de kunstwereld dan ook een begrip. Geschiedkundige beschrijving over het archief Onder inspanning van de gemeentesecretaris G. Taapken is in het jaar 1922 binnen het gemeente-archief van Bergen het zogenaamde decimale registratuurstelsel ingevoerd. De archiefbescheiden werden zaaksgewijs geordend volgens de systematische decimale code van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Het archief is gedurende de vorming gehuisvest geweest in de gemeentesecretarie aan de Raadhuisstraat 4 en sedert 1951 ook aan de Raadhuisstraat 2. Volgens de archiefverordening van 1922 kende de gemeente een eigen archiefbewaarplaats. Het beheer werd gevoerd door de secretaris. In het gemeentehuis was een kluis aanwezig, waarin de registers van de burgerlijke stand en geheime archieven werden geplaatst. De dynamische archieven berustten bij de ambtenaren op de afdeling. Het distributie-archief bevond zich in een afgesloten muurkast. In de oorlogsperiode werd het "oud-archief" (dit betrof de archiefbestanden 1464-1813 en 1811-1921) van 14 juli 1944 tot en met eind 1945 in de bomvrije Rijksbergplaatsen te Heemskerk ondergebracht. De toenmalige Rijksarchivaris van Noord-Holland, de heer C.J.' Gonnet, heeft in 1887 het archief 1464-1811 (totaal 6 strekkende meter groot) geïnventariseerd en geordend. De inventaris bestond uit losse fiches, welke helaas in 1950 tijdens opruimingswerkzaamheden (vooruitlopende op de verbouwing van het gemeentehuis in 1951) verloren zijn geraakt. In 1951 is dit archief definitief overgebracht naar het Rijksarchief van Noord-Holland te Haarlem. De heer R.A. van Iterson heeft vervolgens in 1974 de inventarisatie van dit archiefbestand afgerond en beschreven in een inventaris. Na de aansluiting bij het streekarchief te Alkmaar is in 1975 het archiefbestand verplaatst naar Alkmaar. Het archiefbestand van 1811-1921 (totaal 15 strekkende meter groot) is door de gemeente-archivaris van Alkmaar, de heer T.P.H. Wortel, in 1940 geordend, geïnventariseerd en beschreven in een inventaris. De gemeente is door Gedeputeerde Staten van Noord-Holland en door de provinciaal archiefinspecteur herhaaldelijk gewezen op en aangeschreven over de niet-brandvrije wijze van opslag van dit statische archiefbestand (het archief lag opgeslagen in gesloten kasten op de le verdieping op de overloop van het gemeentehuis). Na de werkzaamheden van het bureau O.D.R.P. in 1979-1980 is de Handleiding opbouw secretarie-archief gemeenten ingevoerd in het huidige dynamische, semi-statische en statische archief. Het structuur- en bestemmingsbeginsel is nagenoeg intact gelaten, met uitzondering van bepaalde ordeningsfouten en de bescheiden die specifiek over de gemeente tijdens de 2e wereldoorlog gaan. Gebleken is dat veel onderzoek wordt verricht over voornoemde periode. De gemeente heeft als kustgemeente dan ook een byzondere rol gespeeld. op grond hiervan heb ik, in overleg met het streekarchief en de gemeente, gemeend deze archiefbescheiden onder één hoofdstuk (II.B.21a) samen te brengen. Binnen de inventaris zijn binnen de diverse hoofdstukken (waar bepaalde bescheiden normaliter krachtens het structuurbeginsel beschreven zouden zijn) de nodige verwijzingen gemaakt naar dit hoofdstuk. Het archiefbestand 1922-1965 uit het streekarchief en het archiefbestand uit het semi-statisch archief tot en met 1969 waren beide geregistreerd in een aparte dossierinventaris (niet zijnde een beschrijvende inventaris). Naast deze bestanden werden tijdens de inventarisatie nog de nodige "losse" bescheiden aangeleverd. Bovendien is na de inventarisatie de inrichting van het semi-statisch archief aangepast naar de 10 jarenblokindeling. De dossierinventarissen over dit archief zijn opgeheven en een nieuwe inventaris vanaf het jaar 1970 is gemaakt en is opgenomen in een geautomatiseerd informatiesysteem. Dit is voor mij reden geweest geen concordans van oude en nieuwe inventarisnummers te maken. Bovendien betreft het totale beschreven archiefbestand een dusdanige oude periode dat van een regelmatige raadpleging door de administratie geen sprake zal zijn. Het beschreven archiefbestand is deels in nieuwe dossieromslagen gestoken, voorzien van kunststof-hechtmechanieken en vervolgens in speciale zuurvrije archiefdozen geplaatst, na te zijn voorzien van een numerieke notatie overeenkomstig deze inventaris. Ter bevordering van de toegankelijkheid is een index gemaakt op naam van de personeelsleden die bij de gemeente hebben gewerkt (met uitzondering van het tijdelijke secretariepersoneel en het personeel van de gemeentelijke diensten en bedrijven). In verband met de privacy van voormalige personeelsleden, heeft het gemeentebestuur besloten de betreffende personeels dossiers beperkt openbaar te maken. Dit wil zeggen, dat voor inzage van deze dossiers vooraf bij het gemeentebestuur toestemming moet worden gevraagd (afdeling informatiebeheer, postbus 175, 1860 AD Bergen N.H.) De archieven van het Bedrijf Gemeentewerken en van de Gemeentelijke Sociale Dienst zijn voor een klein deel nog niet geschoond en overgedragen naar het semi-statisch archief. De gemeente heeft op 1 januari 1991 een reorganisatie ondergaan, waarbij de afdeling informatiebeheer van de sector Middelen verantwoordelijk is gesteld voor het totale feitelijke archiefbeheer van de gemeentelijke organisatie. Zodoende zullen de archiefbescheiden van het voormalige Bedrijf Gemeentewerken en de Gemeentelijke Sociale Dienst waarschijnlijk binnen korte tijd bij de afdeling informatiebeheer worden aangeboden. Ten aanzien van de zorg voor de openbare gezondheid dient opgemerkt te worden, dat ik de richtlijnen van de archiefcode "doorbroken" heb door de organisatie van de gezondheidszorg (-1.772 Basis-archiefcode) en de Maatschappelijke gezondheidszorg (-1.843 Basis-archiefcode) bijeen te voegen. Uit oogpunt van de overzichtelijkheid van de inventaris heb ik gemeend beide onderdelen in één hoofdstuk (B6.f) samen te moeten voegen. Tijdens mijn werkzaamheden bij het samenstellen van het nieuwe archiefbestand conform deze inventaris, is door het gemeentepersoneel met regelmaat archiefbescheiden uit "privé-verzamelingen" ter verwerking aangeboden. Ook schoningswerkzaamheden van dynamische archieven hebben geleid tot aanvullend archiefmateriaal. Om een zo compleet mogelijke inventaris te verkrijgen, heb ik een supplement in de inventaris opgenomen. Voor zover dit enigszins mogelijk was, heb ik, in overleg met de heer Veer, documenten aan reeds bestaande inventarisnummers toegevoegd. Helaas zijn hier en daar manco's ontstaan in de chronologische volgorde van de inventarisnummers. Alle resterende toegevoegde documenten heb ik opgenomen in het supplement. Dit deel is door de beperktheid van het aantal onderwerpen grof ingedeeld. Hoewel diverse documenten in principe voor vernietiging vatbaar zijn, is in overleg met de heren Wessels en Veer besloten deze documenten te bewaren. Overwegingen uit sociaal, maatschappelijk en cultuur-historisch oogpunt liggen hier aan ten grondslag. In 2003 werd dit archief voorzien van een kleine aanvulling. Het betreft de nummers 1933-1964 en betreft voornamelijk kadastrale leggers. De nummers zijn op de geeigende plaats in de inventaris gevoegd. In 2007 werd de inventaris aangevuld met de nummers 500-705. De nummers 653 en 678 komen niet voor. De aanvulling beslaat circa 3,50 meter. Voor inv. nr. 548 geldt een openbaarheidsbeperking tot 2015. In 2008 werd deze inventaris aangevuld met de nummers 1966-1971. De nummers hebben onder meer betrekking op de aanstelling en het ontslag van burgemeester, vervangend burgemeester, tijdelijk personeel, de ambtenaar van de burgerlijke stand en de wijkverpleegster. Het nummer 1965 werd niet gebruikt. In 2009 werd deze inventaris aangevuld met de nummers 1972-1986. De nummers hebben onder meer betrekking op het Burgerlijk Armbestuur, de Gemeentelijke Instelling voor Sociale Belangen en de stichting voor maatschappelijke dienstverlening. De nummers zijn daar waar ze horen in de inventaris gevoegd. De omvang van het archief nam toe met ca. 0,37 m. De volgende nrs. zijn niet aangetroffen; 435, 438, 444, 448, 971, 983, 1006-1007, 1023, 1037, 1181, 1184, 1187, 1225, 1235, 1250, 1266, 1268, 1273, 1291, 1321, 1375, 1467, 1499, 1512, 1535, 1604, 1656-1657. De volgende nrs. zijn vervallen; 653, 678, 714-777, 1177. In 2012 werd deze inventaris aangevuld met een kopje documentatie en met de inv nrs 1987-1994. De nummers hebben betrekking op een geding, de legger der wegen, de sloop van woningen en gebouwen in verband met WO II en het gedigitaliseerde register van begraafplaatsen. Staat van burgemeesters, secretarissen en ontvangers, 1922-1969. Burgemeesters J. van Reenen 1885 - 1923 Mr. H.D.A. van Reenen 1923 - 1946* Dr. W. Huygens 1946 - 1960 L.J. de Ruiter 1960 - 1971 Burgemeester Mr. H. D. A. van Reenen werd bij besluit van de Commissaris Generaal voor Bestuur en Justitie d.d. 14 augustus 1942 ontslagen, nadat hij op 14 juli 1942 te St. Michels Gestel in gijzeling gezet was. Tijdens en direct na de oorlog werd het burgemeestersambt waargenomen door: G.J.H. Fijn 14-07-1942 - 18-12-1943 A. Eriks 18-12-1943 - 01-06-1944 W.K. Sweerts 01-06-1944 - 05-05-1945** G.J. Lovink 05-05-1945 - 16-08-1946 ** Met ingang van 16 februari 1945 werd W.K. Sweerts definitief tot burgemeester benoemd. Deze benoeming ging door onze bevrijding op 5 mei 1945 te niet. Na de bevrijding kon Mr. H.D.A. van Reenen in verband met zijn geknakte gezondheid zijn ambt niet meer waarnemen. Met ingang van 5 april 1946 werd hij om gezondheidsredenen definitief afgekeurd. Secretarissen G. Taapken 1917 - 1947 W. de Vries 1947 - 1971 Ontvangers N.J. Punt 1913 - 1947 J.H.M. de Sonnaville 1948 - 1958 C.D. Beeldman 1958 – 1988 verdwenen c.q. gewijzigde straatnamen in Bergen HH. huidige benaming, vroegere benaming Achterweg. Achterpad Adama van Scheltemaweg gedeelte Oudburgerweg ged.Breelaan van Notweg-Duinweg Heerenweg Burg.Lovinklaan Wilhelminalaan-noord Doorntjes. Weg over de Geest Emmalaan. Emmastraat Filarskiweg. het Jichtpad Geestweg. eerst Loudelsweg daarna Nieuwe weg Jan Apeldoornweg Smalle Notweg met weg naar Zanegeest Jan Oldenburglaan. Jan Oldenburgstraat Hoflaan. Westdorperdoodweg Karel de Grootelaan. Oostdorperdoodweg Kogendijk. Koogerdijk 1b Landweg. Wiedenbruggeweg (tussen Kerkedijk en Zuidlaan) Loudelsweg Loudelslaan Meerweg Groeneweg? Midden Geestweg. Boschweg Mosselenbuurt. Hoflaan Nachtegalenlaantje. Mosselenbuurt Oosterweg gedeeltelijk. Koogerdijk 1a Oudburghweg. Oudburgerweg Voertlaan (van Kerkedkijk tot Bijl) Voertje (van Bijl tot Schapenlaan) Prins Hendriklaan. Prins Henendrikstraat ged.Rondelaan tussen Eeuwige laan en Kerkelaan Randlaan Russenweg. Doodweg naar Zanegeest Ruïnelaan. Schoolstraat Schapenlaan. Oudendijk (van Oudburghweg tot Noord Bullepad (van Noordlaan tot Schoorl) Sint Anthoniusstraat. Schuthokslaan Smalle pad. Achterpad Spoorlaantje. Groenelaantje Turfweg. Turflaan Verlengde Geestweg. Tweede Notweg Zuidlaan. Zuiderlaan Derde Notweg. weggetje in het Woud naar Roskam. Vierde Notweg. van Groeneweg, tot 1 uur gaans West? Tweede Nesdijk. van Bullehuisje tot Meerweg. LITERATUUR Handleiding voor selektie en vernietiging van archiefbescheiden, H.J. van Meerendonk, Stichting Archief Publicaties, ’s-Gravenhage. 1985. Lexicon van Nederlandse Archieftermen, Stichting Archief Publicaties, Permanente Archiefterminologiecommissie (P.A.C.), ’s-Gravenhage. 1988. Inventariseren van archieven, drs. H.M. Brokken en J.O. van de Vegte, met bijlage 1 van drs. A.J.M. den Teuling, Rijksarchiefschool, s-Gravenhage. 1984. Het beschrijven van archiefbestanddelen, drs. F.J.M. Otten en drs. R.L. Koops, Rijksarchiefschool, ’s-Gravenhage. 1984. Het inventariseren van archieven, dr. W.J. Formsma, in Nederlands Archievenblad, 77e jrg 1973. le aflevering. Archiefinspectie nieuwe stijl, dr. F.C.J. Ketelaar, in Overheidsdocumentatie nr. 44 1990. pg. 2-5. De kunst van het selecteren, G.M. Baldé en H. Spijkerman, in Nederlands Archievenblad 93e jrg 4 december 1989. pg. 302-312. Algemeen beheer van semi-statische archieven, drs. A.P. van Nienes, Rijksarchiefschool, ’s-Gravenhage. 1982.

Collectie
  • Archieven Alkmaar
Type
  • Archief
Identificatienummer van Regionaal Archief Alkmaar
  • e1b4bbc73e973a25a7dcaf6e58e03960
Disclaimer over kwetsend taalgebruik

Bij bronnen vindt u soms teksten met termen die we tegenwoordig niet meer zouden gebruiken, omdat ze als kwetsend of uitsluitend worden ervaren.Lees meer

Ontvang onze nieuwsbrief
Tweewekelijks geven we je een overzicht van de meest interessante en relevante onderwerpen, artikelen en bronnen van dit moment.
Ministerie van volksgezondheid, welzijn en sportVFonds
Contact

Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam

info@oorlogsbronnen.nlPers en media
Deze website is bekroond met:Deze website is bekroond met 3 DIA awardsDeze website is bekroond met 4 Lovie awards