Wil van Beek : Bespiegelingen van een leven : Tlaga Biru

Levensverhaal van Wil van Beek, geboren in 1929 in Den Haag en opgegroeid op het eiland Java in Indië. Hij had een hele gelukkige jeugd in een bevoorrechte familie op Java tot de oorlog uitbrak. P18-37: hoofdstuk 2: over de oorlog in Indonesië, de vernederingen door de lokale bevolking en het verblijf in het jappenkamp Bangkinang op Sumatra tussen de vrouwen en kinderen. Zijn vader en oom werden beschouwd als Nederlandse spionnen. Liedjes en recepten hielden hen gaande. Een speciaal lied was er als mensen naar een verborgen radio luisterden en er onraad dreigde. Op zijn veertiende moest hij naar het mannenkamp, maar zijn vader bleek daar niet te zitten. Die bleek later in een ander kamp omgekomen. Hoofdstuk 3: Celebes Na de oorlog gaan ze kamp naar kamp om uiteindelijk te eindigen in Makassar. De onafhankelijheidsstrijd woedde ook daar. Hij vertelt van een incident in een bioscoop waar kapitein Westerling en zijn mannen bezoekers met handgranaten arresteerden. In 1950 werd de strijd om Makassar hevig. Moeder en hij vertrokken via Batavia naar Nederland. Hij was 21 toen hij in Nederland aankwam en zorgde en het gezin. Ze kregen een lening van de Dienst Maatschappelijke Zorg DMZ. Hoofdstuk 8 (p 58-61) gaat over verwerking van kamp-ervaringen en erkenning als oorlogsslachtoffer.