Rotterdam, 'Joods monument' bij het stadhuis

Het 'Joods monument' bij het stadhuis van Rotterdam herinnert aan alle joodse medeburgers die in de Tweede Wereldoorlog door de bezetter zijn weggevoerd en omgebracht. Bij het uitbreken van de oorlog woonden in Rotterdam circa 13.000 joden, waarvan er 2.000 uit Duitsland gevlucht waren. Van hen zijn meer dan 10.000 mannen, vrouwen en kinderen gedeporteerd. Dat geschiedde veelal vanuit Loods 24 aan de Stieltjesstraat, waar ze werden samengebracht en met een trein naar het doorgangskamp Westerbork werden vervoerd. Vervolgens werden zij op transport gezet naar vernietigingskampen in Duitsland en Polen. Van hen keerden na de bevrijding nog geen 1.000 terug. Oprichting Het gedenkteken is vervaardigd in opdracht van de gemeente Rotterdam. Onthulling Oorspronkelijk was het kunstwerk aangebracht op de gevel van de synagoge in de Bentincklaan in Blijdorp. Destijds is het onthuld op 20 september 1967 door burgemeester W. Thomassen. Een dag na die onthulling werden de reliëfs echter weer verwijderd. Enkele leden van de joodse gemeenschap maakten op religieuze gronden bezwaar tegen het gedenkteken. Het tweede gebod verbiedt namelijk het maken van gesneden beelden. De beeldengroep werd lange tijd opgeslagen, maar begin jaren tachtig kreeg het kunstwerk op aandringen van ontwerper Loeki Metz alsnog een plaats in de binnentuin van het stadhuis. Het monument is voor een tweede maal onthuld op 28 oktober 1981 door Hare Majesteit Koningin Beatrix.