Jurk in zwart netweefsel met loshangende banden in de rok

Arthur Lelong, de vader van Lucien Lelong (1889-1958), bezat een boetiek in Parijs. Mode zat Lucien lelong in het bloed. Naast couturier stond hij vooral bekend als uitstekend zakenman. Het effectieve ontwerpen liet hij over aan zijn atelier waar bekende ontwerpers als Christian Dior, Pierre Balmain en Hubert de Givenchy hun carrière startten. Zijn stijl werd gekenmerkt door vloeiende lijnen in soepele materialen. Deze zwarte flapperjurk van het Modemuseum dateert uit de periode waarin Lucien Lelong getrouwd was met zijn tweede vrouw, muze en raadgever, Natalie Paley. De beweeglijke, vloeiende silhouetten van Lelong pasten perfect in de tijdsgeest waarin Europa en Amerika in de ban waren van swingende dansmuziek als tango en charleston. Zwart was oorspronkelijk voorbehouden voor rouwkleding. Onder invloed van Coco Chanel werd het zwarte jurkje een tijdloze klassieker en al snel had elke ontwerper zijn versie van dit legendarische jurkje. Tijdens de Tweede Wereldoorlog redde Lelong, toen voorzitter van de 'Chambre Syndicale de la Haute Couture', de Parijse ateliers van een gedwongen verhuis naar Berlijn. Hij zorgde er ook voor dat stoffen voorradig bleven en redde daardoor de Parijse couture van een ondergang.